De Molenweg is niet zo maar een weg…..

 

 

Van het oude Wapen naar het Gemaal en de Molen

 

De Molenweg; vroeger en nu. Met de fiets de dochter van Breed, aannemer en gemeenteopzichter (Bron: Bremers)

Wieringerwaard is niet zo maar een polder en dorp. Het lijkt allemaal zo gewoon, maar elke stap die je zet is een stap door de geschiedenis van een stuk land, ontworsteld aan het zoute water, eeuwen geleden. Een stap langs monumenten en historische boerderijen. Nee, je hoeft hier niet te zoeken naar fraaie panden uit de 15e of 16e eeuw. Daarvoor moet je vooral in de grote steden zijn. In Wieringerwaard zie je wel de sociale geschiedenis van een stukje Nederland dat is drooggelegd.

Neem de Molenweg. Die heeft een andere geschiedenis dan die van de twee wegen gescheiden door een smalle vaart. Een weg die leidt van het Polderhuis naar Molen De Hoop. Vroeger het pad naar de drie molens waarvan alleen Molen De Hoop is overgebleven.Het was ook het pad naar het Stoomgemaal, in 1871 gebouwd. Het gemaal dat op mechanische wijze het overtollige water uit het te bemalen gebied omhoog haalde en afvoerde. En daarmee de molens overbodig maakte.

Uitvergroot deel van de kaart van de polder met de Molentocht en de vier ingetekende molens.

Laten we teruggaan naar het verre verleden. We beginnen in 1611. Jawel. Meer dan 400 jaar geleden was er een eerste kaart van de Wieringerwaard. Als we inzoomen naar het gedeelte met de huidige Molenweg, dan lezen we: Molentocht en Kade, met ook de vier molens erin getekend. Langs die Molentocht vind je uiteraard geen weg. Wegen waren er niet, hooguit een pad, breed genoeg om met een handkar of paard erover te gaan, zoals hier richting de molens of het Polderhuis.

,,De wegen waren onverhard en in de herfst bijna onbegaanbaar’’ . Zo schrijft Bremers in zijn boek Heren, boeren en knechten’ over de polder. De bewoners van de boerderijen die er al dan niet waren moesten zelf de ‘weg’, geteisterd door diepe karrensporen, onderhouden, voor zover dat mogelijk was. In latere jaren werden vaak nog voetpaden langs deze ‘wegen’ aangelegd.

Pas in de 19e eeuw werd overgegaan tot verharding van de wegen. Daarvoor werd eerst schelpen gebruikt, maar dat was geen succes. Vanaf het midden van de 19e eeuw werd overgegaan op grind. De Molenweg werd in 1853 eerst beschulpt, dit in verband met de verbinding naar de Anna Paulownapolder. Bomen langs de weg waren er aanvankelijk niet. Dat was zelfs verboden! Pas later in de 19e eeuw werd overgegaan tot beplanting langs de wegen. In 1904 werd op de Molenweg een proef met teeremulsie genomen, maar dat bleek geen succes. Pas na 1927 werden de grindwegen geleidelijk aan door verharde en stofvrije wegen.

Links de kaart met de Molenweg aan het begin van de 20e eeuw, rechts de situatie eind van de 20e eeuw.

Wie topografische kaarten uit het verleden bekijkt, ziet dat de bebouwing langs de Molenweg pas vanaf het begin van de 20e eeuw gestalte begon te krijgen. Arbeidershuisjes, onder meer werknemers van de zuivelfabriek, het Armenhuis, café Haverkorn, ook een groentewinkel, een smederij/fietsenhandel, huisjes van de woningbouwvereniging ‘Volkshuisvesting’, inmiddels al weer afgebroken. In die huisjes woonden onder meer meester Van Ham en Cornelisse, Reindert Kossen en ene Van den Brink, politieman. Gegevens uit de jaren dertig, opgediept door Bremer (Pauwenstad in Beeld). Verder vestigden zich aan de Molenweg een tabakswinkel, vrachtbedrijf Kossen enzovoort. Aan het eind van de weg, bij de molen, stond de woning van molenaar Rezelman en de molen De Hoop. Aan de overzijde was er het stoomgemaal met de woning van de polderopzichter Groot.

Later hadden we aan de Molenweg nog onder andere café De Vriendschap, het instructiebad achter het huidige tankstation Van Zijl, en rechts langs de vaart kwamen ook de eerste nieuwbouwhuizen. En ongetwijfeld zullen namen of bijzondere woningen nog zijn vergeten…

Kinderen op de foto, voor de Molenweg, met rechts het Polderhuis, de veldwachter en de juf?

In  bijgaande fotogalerij foto’s van de Molenweg uit het verleden.

Bronnen:

Bremers: Pauwenstad in Beeld. Uitgave 1995.

Bremers: Heren, boeren en knechten. Uitgave 1987

Hendrik Jonker: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de polder Wieringerwaard 1610-1960 . Uitgave 1960.

 

2 reacties:

  1. Mooi stukje. Aan het begin van de Molenweg v.a ’t Wapen zat vroeger H.Stevens met een bloemenzaak, het consultatieburo en ook tandarts v/d Werf die later verplaatste naar het eind van de Molenweg. Halverwege ongeveer zat installatiebedrijf Schrieken die daar ook een winkel hadden. Aan de andere kant van het water woonde de familie Pool, de vader des huizes was een topfokker met zijn bijzondere dwerggeitjes. Iets verderop vestigde zich later de familie Kruiff met een fazanterie en emoes, de voorloper van Hoenderdaell.
    Helemaal aan het eind kon men het timmerwinkeltje van Wim Bruin vinden. Hier kon men bouwmaterialen kopen en spijkers en schroeven werden gewogen. Doet u mij maar 1,5 ons kopspijkers.

  2. Ik woonde ook aan de Molenweg 13. Mijn vader had een houthandel en impregnering van palen en maakten duizenden ruiters, drie en vier poots voor de boeren voor hooi en graan. Wij een een rijdende winkel met alles wat een boer nodig had. Ik heb er gewoond van 1946 tot 1959.Ook had mijn vader een stuk grond tegenover het pompstation waar hij koolplanten teelde voor de veiling in Zwaag. Mijn buurman was politieman Burger en later Arie Bruin, de oliebollen met de ponykampen. Een mooie tijd en vooral als mijn vader of ik palen gingen schillen en dan maakte wij hutten in deze hoop. Dit is een kleine terugblik van de Molenweg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Nieuwsbrief