De schoolmeester was doodgraver en klokkenluider tegelijk

 

 

‘De eerste doode lyken begraven in Wieringerwaartse kerk’

 

De begrafenis van de 49-jarige landbouwer Rutger Kaan. Een mannenaangelegenheid, zo te zien. Maar het kan ook zijn dat de vrouwen aan de kant van de fotograaf stonden. Wie zal het zeggen. Bron: Pauwenstad in Beeld.

Het was warm die dag. Het was in de polder van Wieringerwaard wachten op de donderslagen en de regen die ongetwijfeld zouden komen. Terwijl de Spanjaarden in dat jaar, we hebben het over 1637, Breda belegerden, hadden de polderbewoners een zware dag achter de rug. In hun schamele onderkomens waren ze op die 21e augustus net gaan slapen, toen de zware bliksems steeds dichterbij kwamen.

Iets meer naar het zuiden ging een molen al in vlammen op. Koeien werden getroffen door de bliksem, kerktorens sneuvelden. Een man en zijn vrouw werden in het veld geraakt door een felle bliksemschicht. En ‘in Wieringerwaart wierde een Paart dootgeslagen’….zo vermeldde Dirk Burger van Schoorl in zijn Kroniek van Medemblik uit 1728.

‘Een huys aan de Notweg, wierde in de brant geslagen, en ververbrande alles wat daar in was, Man Wyf en Kinderen, de versengde lichamen wierde uyt de puyn en asse gesogt, en in de Kerk begraven.’

Het waren de ‘eerste doode Lyken die in de Wieringerwaarts Kerk begraven wierde; op haar Grafsteen, leest men nog dit volgende.

Jan Gerritsz. liet het lyf,

En Maritje Gerrits het leven,

Door’t vuur dat ons God,

Van boven heeft gegeven.

 Met hun 4 kinderen.

Treurt om haar doodt niet meer,

Zy leven door de doodt

In vreugt by God den Heer.’

 

Jan en Maritje Gerritsz en vier kinderen, getroffen door de bliksem, begraven bij het kerkje in Wieringerwaard. Of in het kerkje zelf, dat kan ook, als het geld er was.  De eerste doode lijken…dodelijker dan dodelijk kan niet. Of de verbrande resten van het gezin nog ergens ver onder de grond van het Witte Kerkje liggen…wie zal het zeggen.

De doden van Wieringerwaard werden op het oude kerkhofje begraven. De polderbewoners met geld in de kerk. De schoolmeester was de doodgraver, voorzanger, schutter en klokluider. Want ja, het loon van de schoolmeester…daar kon je niet van rondkomen.

In 1837 heeft de polder het kerkhofje aan de gemeente overgedragen. Op 14 juni 1873 kocht de gemeente Wieringerwaard van de polder een stuk grond achter het Polderhuis waarop de begraafplaats werd gesitueerd. In 1881 werd het oude kerkhof definitief gesloten. En de graven? Die bleven nog vijftig jaar onaangeroerd liggen, zoals was overeengekomen met de polder. De jaren daarna bleef het kerkhof nog onaangetast, totdat er een burgemeesterswoning moest komen. De graven werden geruimd, de beenderen van de overledenen werden opgeruimd, grafstenen verdwenen. Een stukje historie werd vernietigd. Helaas.

Grafstenen in het Witte Kerkje. Herinneringen aan een ver verleden.

In hervormde kerk treft men nog wel een aantal grafstenen aan van overleden polderbewoners. De oudste gaan terug tot de 17e eeuw. Tijdens de renovatiewerkzaamheden in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de resten van de begraven personen op een hoop gegooid en vervolgens kregen die een plekje in de grond onder de preekstoel. De grafstenen werden opnieuw gelegd en vormen nu deels de vloer van het kerkje.

Op de nieuwe begraafplaats, gescheiden door een parkje met een vijver van de nieuwbouw in de jaren zestig, vinden we nu de grafzerken van overleden Wieringerwaarders, al dan niet van enige importantie. Daar liggen de overledenen met namen als Kaan, Schenk, Kouseband, Rezelman, Bakker, Blaauboer, Groneman….Landbouwers, veehouders, winkeliers, arbeiders.

Op de begraafplaats bevinden zich ook nog enkele grafkelders, de eerste werd opgericht voor de familie Blaauboer.

De begraafplaats is ook een herdenkingsplaats voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. Daar liggen de graven van enkele bemanningsleden van neergestorte vliegtuigen. Een bordje bij de ingang vermeldt de aanwezigheid van de graven: Commonwealth War Graves.  Jaarlijks worden hier de slachtoffers herdacht…’Voor hen die vielen’.

De ingang van de begraafplaats is sinds het eind van de jaren zeventig gesitueerd aan het einde van de Iepenlaan richting de Molenweg. Daar, bij een kleine rotonde, is de toegang tot de  begraafplaats. Een bruggetje over de verbrede sloot langs de Molenweg geeft fietsers en wandelaars de mogelijkheid via de Molenweg bij de begraafplaats te komen.

Bronnen:

Dirk Burger van Schoorl  – Kroniek van Medemblik  Uitgave 1728.

J.T. Bremer: Heren, boeren en knechten. Uitgave 1989.

Hendrik Jonker: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de polder Wieringerwaard 1610-1960 . Uitgave 1960.

J.T. Bremer: Pauwenstad in Beeld Uitgave 1995.

 

 

2 reacties:

  1. Eduard de Vries (1943)

    Aan de nieuwe begraafplaats heb ik nog een herinnering; mijn oma, Trijntje Zeeman-Spierdijk is daar begraven tegen het einde van WO II. Ik heb haar nooit gekend. Op een zondag heb ik met mijn moeder haar graf bezocht. Kennelijk heeft dat bij mij indruk gemaakt in die zien dat, toen er schaatswedstrijden werden georganiseerd door de lagere school, ik aan mijn moeder vroeg of dat wel mocht, schaatsen zo vlak bij het graf van oma. Mijn moeder heeft mij gerustgesteld: Oma had het goed gevonden.

  2. Ik lees uw verhalen met plezier en kan u ook nog wel een stukje geschiedenis vertellen. Tijdens de renovatie van het kerkje heb ik boeken in mijn bezit gehad met gegevens uit 1832 en later van het kerkbestuur en de dominee die toen in dienst was van deze gemeente. Ook de bouw van een nu gesloopte pastorie stond erin vermeld. Meer weten neem maar contact met me op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Nieuwsbrief