Brongas, het wonder van Noord-Holland

 

Er was licht en de boerin kookte; goedkoper kon niet

 

Zonnepanelen, warmtepompen, windmolens voor de energie, inductiekookplaat, voor de sfeer knapperend nep haardvuur, goed geïsoleerd huis, isolatiemateriaal, HR 2++ glas….het is er allemaal in deze tijd. En zo gewoon. Althans, het is zo gewoon geworden. Dat was vroeger wel anders. Warme trui aan, borstrok, kolen scheppen voor de kachel, die je met kranten aanstak. Warm ondergoed. O ja, dat ook nog. Genoeg dekens op de bedden, want als het flink vriest, dan kon je dat al zien aan de bevroren ijsbloemen op de ramen.

 

Al in de 17e eeuw hadden we de kachel met turf en bruinkool om te stoken. Later, in de 19e eeuw kwam heel voorzichtig het steenkool als verwarmingsbron om de hoek kijken. In de 20e eeuw werd het gebruik van steenkoolkachels in Nederland gemeen goed. Daarmee kregen we het warm. De kinderen mochten de kit vullen met steenkool en pa en ma gooiden de zwarte kooltjes in de kachel en staken hem vervolgens aan.
Maar er was ook nog een andere energiebron. Het werd ook wel het wonder van Noord-Holland genoemd: brongas. De provincie van kaas en boter werd tegen het einde van de 19e eeuw ook de provincie van het gas uit de waterput. ‘Ieder huis een eigen gasfabriek, zonder bediening, zonder vuur, voortdurende aanvulling van de gasvoorraad!’ Zo werd het beschreven in de Nieuwe Rotterdamse Courant uit 1896.

Ook in Wieringerwaard

Brongasinstallatie zoals die nog in Barsingerhorn is te vinden.

 

Het wonder werd ook in Wieringerwaard ontdekt. Het was voor de boeren in de Wieringerwaarder polder een goedkope manier van energievoorziening. Gas verkregen op je eigen grond, goed voor verlichting én om te koken.

Tot en met de jaren veertig van de 20e eeuw was gebruik van brongas algemeen goed. Gas dat via een welpijp met het bronwater uit de grond omhoog werd gebracht. Ook in Wieringerwaard waren er genoeg brongasinstallaties. In 1937 waren 50 gasbronnen geregistreerd, maar er kunnen het ook wel veel meer zijn geweest. Gasbronnen, die vanaf 1900 vaak door de firma Droog van De Kreil werden geïnstalleerd.

De straatlantaarns konden branden, huizen werden verlicht, in de keuken kon de boerin koken. Op brongas, dankzij de installaties van firma Droog en misschien ook wel Lankelma uit Purmerend die op veel plaatsen in Noord-Holland al gasbronnen had geïnstalleerd.. En dankzij Wouter Sluis, een boer uit de Beemster, die ontdekte dat de waterpomp ook gas omhoog bracht.

Het is een stukje geschiedenis van de polders in Noord-Holland, dat ook in de historie van Wieringerwaard niet mag ontbreken. En nog altijd zijn er her en der in Nederland broninstallaties achter een boerderij te vinden. Niet in gebruik, maar een overblijfsel van de energievoorziening uit het verleden. Zoals ook over vele jaren een windmolen in de kop van Noord-Holland als een monument zal worden beschouwd. In de geschiedschrijving van het brongas worden altijd twee namen genoemd: landbouwer Wouter Sluis en installateur Jan Lankelma.

Wouter Sluis, geboren in 1827 in Hoogkarspel, was een man die in het ‘Deutzerhofje’ in de Beemster woonde. Wouter was niet alleen zomaar een boer die koeien hield en kaas bereidde, maar ook een man die innovatief bezig was. Hij droeg zijn kennis ook uit aan anderen en raakte in wijde omgeving bekend. Om geschikt water voor zijn koeien uit de grond te krijgen liet hij een zogenaamde Nortonbuis in de grond slaan, net zo diep totdat je bij een waterader kwam. Meestal was het op een diepte van ongeveer 45 tot 50 meter.

Hij zag toen iets vreemds. Het water had een melkachtige kleur, maar dat water werd na enkele uren weer helder. Wouter was een man die graag experimenteerde en hij ontdekte dat die melkachtige tint van het water werd veroorzaakt door gas, dat uit de grond mee omhoog kwam met het water. De boer uit de Beemster was nieuwsgierig en in het derde kwart van de 19e eeuw kon hij het gas scheiden van het water en dat het gas ook kon branden. Verder kwam hij nog niet. Wouter Sluis werd ziek en overleed in 1891 in een inrichting in Bloemendaal.

Jan Lankelma

Sluis maakte niet mee dat Jan Lankelma uit Purmerend, de zoon van een vriend van hem erin slaagde via een gloeikousje het gas voor verlichting te gebruiken. Lankelma had een verdienmodel gevonden. Hij zag mogelijkheden om als fabrikant brongasinstallaties aan de man te brengen. En het hielp ook dat de media, de kranten uit die tijd, uitvoerig gingen berichten over deze nieuwe vorm van energie.

Methaan

Wat is brongas? Het is moerasgas dat overwegend uit methaan bestaat. Methaan is tegenwoordig vooral verantwoordelijk voor het broeikaseffect op aarde. Het is gas dat vrijkomt tijdens afbraak van organische stoffen en is vooral te vinden in natte gebieden als moeras of veen. Vooral in het westen van het land, in gebieden die in het verre verleden regelmatig met overstromingen te maken hadden. Dus Noord- en Zuid-Holland.
Het brongas was ontdekt, Lankelma bracht het brongas aan de man en uiteindelijk werden honderden brongasinstallaties bij boerderijen aangelegd. Kostprijs 300 gulden. Overigens, de eerste brongasinstallatie stond niet in Noord-Holland, maar in Delft. In de januari-editie van het “maandschrift Het gas” uit 1898 valt te lezen: “De oudste gasbron hier te lande, die door de nieuwigheid der optredende verschijnselen een zekere vermaardheid heeft verkregen, was die, welke in de maand augustus 1870 op het erf van den Heer A. van den Kooy aan den Rotterdamschen weg te Delft, werd ontsloten.’’

Duizenden brongasinstallaties

Voor veel boeren was de installatie soms te duur, maar de voordelen waren zo groot dat men het er toch voor over had. Wieringerwaard alleen al telde in 1937 50 geregistreerde gasbronnen maar er waren er waarschijnlijk nog veel meer, want gasbronnen werden ook illegaal aangelegd. In de provincies Noord- en Zuid-Holland moeten bijna 4500 van dergelijke brongasinstallaties zijn geweest.

De toepassingen van brongas waren talrijk. Huizen konden worden verlicht. Er konden straatlantaarns op branden. Je kon er op koken, zelfs strijken.

De tijden veranderden echter. Het gebruik van gas werd geleidelijk aan vervangen door elektriciteit. Stekker in het stopcontact en voilà, er was licht. De waterschappen namen in de jaren vijftig maatregelen om het oppervlaktewater schoner te maken en het te ontzilten. Brongaseigenaren moesten een heffing betalen omdat zij zout water loosden. De installaties raakten geleidelijk aan overbodig. Toch kun je zo hier en daar nog de restanten van een brongasinstallatie terugvinden. Tot zelfs complete exemplaren, zoals in Barsingerhorn.

Werking

Hoe werkt een brongasinstallatie? De brongasvereniging heeft dit op haar website mooi beschreven. Een houten welpijp wordt diep de grond in geboord, afhankelijk op hoeveel meter diepte er water wordt aangetroffen. Het is afhankelijk van het gas, zoutgehalte en kleur van het water. Het methaan, opgelost in water, komt vanzelf naar boven. Het water wordt over een sproeier geleid waardoor het gas van het water kan worden gescheiden. Het water loopt weg naar het boenhok en wordt via een pijp geloosd, het gas blijft achter in de ketel.

Bronnen:

• Wieringerwaard in Vogelvlucht (2010)
• Vereniging tot behoud van gasbronnen in Noord Holland
• Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek (informatie Wouter Sluis)
• Website hazmatcat.nl (informatie over mest- en kuilgassen)
• Historisch genootschap Beemster
• Stichting Brongasvereniging
• Midden Delftland website
• Wikipedia

 

Eén reactie:

  1. Bij de zuivelfabriek hadden wij ook een “wel”.
    Toen die niet meer brongas leverde,vulde mijn vader de ketel met butagas,en vulde die bij met de uitlaat van een stofzuiger.
    Zo hadden we weer kookgas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Nieuwsbrief