Kaan schrijft geschiedenis in Wieringerwaarder polder
In de geschiedenis van Wieringerwaard mag een verhaal over Albert Jansz. Kaan niet ontbreken. Afkomstig van het eiland Wieringen, zoon van schipper Jan Caan, opgegroeid bij wijze van spreken op het zilte nat, maar Albert stond liever met beide benen op de Wieringerwaardse klei. Geboren in 1760, overleden in 1819. Hij was de man die aan de wieg stond van de bestuurlijke hervormingen in de Wieringerwaarder polder. Hervormingen die in de laatste fase van de 18e eeuw plaats vonden. Albert Kaan, schout, secretaris-penningmeester in het polderbestuur. Boer en bestuurder.
Albert Janszoon Kaan schreef geschiedenis maar op een bijzondere manier: hij hield een dagboek bij, dat de lezer informeert over zijn wetenswaardigheden tijdens de gebeurtenissen rond de invasie van de Engelse en Russische troepen in de kop van Noord-Holland in het jaar 1799. Maar ook over het jaar 1795, zo essentieel voor de latere toekomst van Wieringerwaard. Het jaar waar de regenten uit Alkmaar niet meer alles voor het zeggen kregen.
Er zijn nogal wat Wieringerwaarders die van deze Kaan afstammen en dan hoef je niet eens Kaan te heten. Wieringerwaard is het dorp van Kaan, oftewel Wieringerwaard is Kaandorp. Albert Kaan trouwde in 1786 met Maartje Rensdr. Blaauboer, dochter van de molenmeester Rens Blaauboer en Jannetje Vethman. Zij kregen in totaal tien kinderen, van wie twee al heel jong stierven. Maar Jannetje, Jan, Dirk, Maartje, Guurtje, Trijntje, Rens en Klaas zorgden voor flink wat nakomelingen van Albert en Maartje. Behalve Dirk dan. Die bleef ongehuwd en was vele jaren burgemeester van Wieringerwaard.
Zoon van een schipper
Wie was nu die Albert Janszoon Kaan?
Albert was het tweede kind van Jan Claaszoon Caan en Maertjen Pieters Scheltus uit Hippolytushoef. Vader Caan was ‘capteyn/schipper’ van het fluitschip Margriet. Het is niet vreemd dat Jan Caan zijn brood verdiende op zee, immers als eilandbewoner van Wieringen was de voornaamste bron van inkomsten de visserij en de zeevaart.
Het was niet zo bijzonder dat de jonge Albert ook de zee opging. Al op jonge leeftijd, misschien zelfs als 12-jarig kind of nog jonger zelfs, was hij Kajuytwagter. Je zou haast zeggen de jongste bediende van de hoog in rang zijnde zeevaarders, die over een eigen hut, de kajuit, konden beschikken. Het ‘lagere personeel’, de matrozen, sliepen benedendeks.
Kostganger
Albert Kaan voelde zich echter niet zo thuis op het zilte nat en wilde liever in de landbouw gaan. Hij kwam als ‘kostganger’ in de Wieringerwaard op de hoeve De Eersteling bij de Oudesluis. Moeder Maertjen werd in 1780 weduwe. Vader Jan Caan overleed op Curaçao om onbekende redenen en werd daar ook begraven. Zijn vrouw Maertjen besloot in 1781 naar Wieringerwaard te vertrekken en kocht een boerderij of huismanswoning naast de hervormde kerk. Later werd haar zoon Albert landman op de boerderij van zijn moeder, Hoeve Ruimzicht zoals die werd genoemd. Op welk moment dat was, is niet bekend. Wel dat zijn moeder in 1788 in Oudesluis overleed.
Hoeve Ruimzicht werd na de dood van Albert en Maartje het eigendom van zoon Klaas. Zoon Jan verwierf De Beurs, die Albert in 1808 weer overnam van Klaas Wardenaar.
Na het overlijden van Albert in 1819 en zijn vrouw Maartje in 1822 kreeg zoon Klaas in 1823 de boerderij en zoon Jan De Beurs, die vader Albert in 1808 had overgenomen van Klaas Wardenaar.
Albert krijgt een vooraanstaande positie in Wieringerwaard als schout en secretaris-penningmeester van de polder. Bij hem start een roemruchte familiegeschiedenis in Wieringerwaard en omstreken.
Stukje geschiedenis
We gaan eerst terug naar het jaar 1795. Voor Nederland een belangrijk jaar, ook voor de polderbewoners van Wieringerwaard. Een stukje geschiedenis, dat wij bijna zijn vergeten, tenzij je nog kunt iets kunt herinneren van de geschiedenislessen op school.
In de tweede helft van de 18e eeuw is een deel van de bevolking steeds minder gelukkig met de rol en positie van de stadhouder, prins Willem V in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Stadhouder Willem V erft bovendien zijn positie van zijn vader. Hierdoor lijkt hij wel een koning en de Republiek een monarchie. Dat zint de groep kritische burgers die zich ‘patriotten’ noemt, niet. Met militaire steun van de koning van Pruisen, zijn zwager, werden de patriotten in 1787 de mond gesnoerd en velen van hen vluchtten naar Frankrijk.
Na de Franse revolutie keren de patriotten met hulp van het Franse leger terug naar Nederland.
We schrijven dan het jaar 1795. Op 20 januari werd de Bataafse Republiek uitgeroepen en werden vrijheidsbomen opgericht, ook in Wieringerwaard. Prins Willem V vluchtte met zijn gezin twee dagen eerder naar Engeland. Willem V wilde in feite naar zijn Duitse bezittingen vluchten. Dat ging echter niet door. Hij kreeg van de Staten-Generaal de opdracht naar Engeland te gaan. Met tegenzin gaf hij hieraan gehoor.
Op veel plaatsen in Nederland namen revolutionaire comités het bestuur over. Zo ook in Wieringerwaard, waar Albert Kaan een belangrijke, zelfs leidende rol speelde in de overgang. Het begon allemaal op 21 februari 1795 met als doel een eigen bestuur te vormen. Bij Dirk Joentje, kastelein van het Wapen van Wieringerwaard, kwam een aantal burgers (boeren) bijeen om in de kerk na afloop van de zondagsdienst de Wieringerwaarders voor te stellen een commissie te benoemen die zou gaan onderzoeken hoe men van die regenten uit Alkmaar af kon komen en om een eigen (polder)bestuur te vormen. De volgende inwoners van de polder werden aangesteld: Albert Kaan, Aarjen Heynstman, Jan Schoorl, Jacob Waiboer, Pieter Hoep en Maarten Vethman.
Direct vertrokken de mannen naar het Polderhuis. De castelijn (en tevens bode van de polder) kreeg de opdracht vuur aan te steken, kaarsen laten branden en voor pijp en tabak te zorgen. In die warme sfeer werd Albert Kaan benoemd tot voorzitter van de commissie. Er werd een verzoek opgesteld gericht aan de dijkgraaf-baljuw Hendrik de Carpentier de ‘schepenkamer’ van Alkmaar naar de polder te verplaatsen. Het begin van de Revolutie in de polder was er.
De regenten wilden wel meewerken. Gezien de ontwikkelingen in de Nederlanden hadden ze weinig keus. Op zondag 8 maart werden de burgers voor een bijeenkomst in de kerk opgetrommeld. Doel: vertegenwoordigers van het ‘Volk van Wieringerwaard’ te kiezen. Tien mannen werden gekozen. Wij geven hier de namen: Albert Kaan, Arien Heynstman, Cornelis Queldam, Jacob Waiboer (Wayboer), Jan Veen, Dirk Bakker, Hendrik Over, Willem Quak, Willem van ’t Wuyver) en Maarten Vethman. Albert Kaan werd schout-civiel. Hendrik Carpentier, de schout en C. van Foreest uit Alkmaar, secretaris, kregen per brief hun ontslag aangezegd.
Razendsnel
De ontwikkelingen gingen in razendsnel tempo verder. Er werd een dijkgraaf benoemd, heemraden, penningmeester en secretaris. Kaan werd de penningmeester. De macht was aan het volk! Nou ja……het volk…. Beter gezegd aan de welgestelde boeren, de grootgrondbezitters. De gewone landarbeiders, vissers, ambachtslieden, die kwamen nergens aan te pas.
Wanneer kwam dan de eerste burgemeester in Wieringerwaard? Dat duurde tot 1811, toen besloten werd dat er een ‘maire’ moest komen, Frans voor burgemeester. In Wieringerwaard ging dat heel eenvoudig. De dijkgraaf, Waiboer, werd burgemeester. Hij was gewoon dijkgraaf/burgemeester. Later ging de titel van burgemeester over naar Dirk Kaan, de derde zoon van Albert. In de loop van de 19e eeuw bezette het merendeel van de familie Kaan de bestuursfuncties van het dorp.
Bronnen:
Canon van Nederland.
J.T. Bremer Heren, boeren en knechten (1989).
A. Kaan e.a. Geschiedenis en Genealogie van de Noord-Hollandse Familie Kaan (2001).
H. Jonker Hz Hoofdstukken uit de geschiedenis van de polder Wieringerwaard (1960).
Wikipedia.