‘Vrijheid met liefde voor de open ruimte’

Joop Boumeester speelde ook met een bandje in De Boogbrug. Samen met Karin Bloemen (rechts) en Ronald Regensburg. Joop zit half verborgen achter de piano.
Intro:
Joop Boumeester was de zoon van de uitbaters van het restaurant De Boogbrug in Wieringerwaard. Hij is geboren in 1959 in Amsterdam. Zijn ouders en voorouders hebben altijd in de horeca gewerkt en cafés, hotels en restaurants gerund. De Boumeesters namen het restaurant over van Tom Charlowie die het restaurant net had verbouwd. Ook Joop heeft een groot deel van zijn werkzame leven in de horeca gewerkt en de basis voor zijn latere loopbaan gelegd in het restaurant van zijn vader, waar ook Karin Bloemen en Gerard Joling hun eerste centen verdienden. Hij volgde de hotelschool en koos er vervolgens voor naar Australië te emigreren. Daar vervolgde hij zijn loopbaan in de horeca en was hotelmanager bij grote internationale hotels.
Hij trouwde met een Nieuwzeelandse en nadat hij was genezen van kanker vertrok hij met zijn familie vanuit Australië naar Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk is Joop met zijn dochter in Auckland een muziekschool begonnen.
Hij heeft zijn jaren in Wieringerwaard aan het papier toevertrouwd en hieronder volgt een deel van zijn herinneringen.
Het begon allemaal in Wieringerwaard….
Voor mij is het werken en wonen in de horeca begonnen in Wieringerwaard. Wij woonden in Abcoude, een klein dorpje net buiten Amsterdam. Mijn grootouders woonden ook in Abcoude en mijn moeder runde met mijn grootvader de plaatselijke autorijschool. Dit betekende dat veel mensen ons kenden, aangezien de meeste mensen leerden autorijden door mijn moeder, opa of mijn vader.
Abcoude was een mooi dorp en erg leuk om er te wonen en die heel veilig aanvoelde. Na school gingen we vaak naar mijn grootouders. Mijn wereld was nog erg klein en, zoals elke jongen in Nederland, nam ik elke gelegenheid te baat om tegen een bal te trappen en te voetballen met mijn vrienden. We droomden ervan om de volgende Johan Cruijff of Johan Neeskens te worden en Ajax was het belangrijkste in ons leven. We woonden op acht kilometer afstand van het Ajax Stadion.
Ik herinner me nog dat mijn moeder mij zei, nadat ik haar had verteld dat ik niet wilde verhuizen, dat de wereld een prachtige plek is en dat er zoveel dingen te zien en te leren zijn. “Je hele leven op één plek blijven is niet altijd het ding om te doen,” zei ze, “en dat het tijd was om nieuwe dingen te zien en te ervaren.”
Dus gingen we naar de Wieringerwaard. Mijn ouders hadden een oude boerderij gekocht die net verbouwd was tot een restaurant. Mijn ouders kochten De Boogbrug van Tom Charlowie. Tom had de boerderij net verbouwd, de Boogbrug heeft twee nummers. Zeventien was een café en Achttien de boerderij. Het land van de boerderij was verkocht aan Siem Wardenaar en zijn broer en zij liepen de koeien af en toe van hun boerderij Van de Noord-Zijperweg naar ons aan de Zuid-Zijperweg.
Tom had wel verbouwd maar er moest nog wel erg veel gedaan worden. Van een keuken tot toiletten. Het woonhuis moest ook worden gerenoveerd en het dak was aan vervanging toe.
Het eerste dat je zag bij het openen van de deur was het schilderij van Ard Schenk, geschilderd door Siem Wardenaar natuurlijk. Ard was wereldkampioen en ik weet nog dat Ard en het nationale schaatsteam op bezoek kwamen om te worden gehuldigd.
Wieringerwaard en Abcoude verschilden dag en nacht. Dat was te merken aan kleine dingen zoals het dorpsplein met de kerk, kroeg en smid die in Wieringerwaard ontbraken. In plaats daarvan had het twee lange wegen met een vaart ertussen.
De gezelligheid, vriendelijkheid en vertrouwdheid van Abcoude leken miljoenen kilometers verwijderd. Het land was polderland en zoals te verwachten was zo plat als een pannenkoek. Vanaf de achterkant van ons huis was de landbouwgrond ononderbroken, dus je kon kilometers ver kijken.
De winters in Wieringerwaard waren lang en omdat het land in de winter kaal is, zag het er donkerder uit dan normaal.
Romantisch idee
Voor mijn moeder en zus was het moeilijk om de overgang te maken. Mijn moeder klaagde bijna eindeloos en mijn zus ook. Mijn vader en ik vonden het echter geweldig, terugkijkend en met een beetje meer begrip, realiseer ik me nu dat het mijn vaders “midlife crisis” was en voor hem was het een romantisch idee om een boerderij te renoveren en er een restaurant in de middle of nowhere van te maken. Dat telde het meest.
Het mooiste aan ‘kasteleinszoon“ te zijn, is dat je meestal populair bent. Maar voor mij betekende Wieringerwaard vrijheid met liefde voor de open ruimte. Tijd hebben met je vrienden het land te leren kennen door van veld naar veld te springen en als je wat ouder wordt, oude motorfietsen te repareren en ermee door velden te ploegen. Dat was gewoon heel bijzonder.
Motorcrossen was alles voor ons in Wieringerwaard. Ik kocht mijn eerste motor toen ik veertien was. Een buurjongen van twee boerderijen verderop was zijn oude bromfiets aan het verkopen; hij had een nieuwe gekocht en vroeg of ik geïnteresseerd was in zijn oude. Hij zei dat de brommer geen remmen had en ook geen koppeling, maar verder was hij goed, gewoon een perfecte brommer om mee te beginnen, zo vertelde hij.
Op zaterdag verzamelden alle jongens in de buurt zich bij hem achter de boerderij en sleutelden zij aan hun motoren. Het was de eerste keer dat ik er was om mijn nieuwe bromfiets op te halen, zonder rem of versnelling. Ik had nog nooit op een motor gezeten en was meer dan een beetje zenuwachtig toen ik naar het huis van onze buurman liep.
De boerderij van mijn vriend was een typische Noord-Friese boerderij en was in prachtige staat. De huishouding op deze kleine familieboerderijen is uitstekend. Dit was een melkboerderij met ongeveer zo’n tachtig tot negentig stuks vee. Klein naar Nieuw-Zeelandse of Australische maatstaven maar niet naar Nederlandse.
De boerderij had een traditionele bouw; hij was verdeeld in vier grote ruimtes, meestal bijna gelijk in een woongedeelte, koeienstal, opslag en werkplaats/onderhoudsruimte. Alles onder één dak van machines, vee en mensen.
Het was zomer en de koeienstal was leeg en alles opgeruimd. We waren aan de achterkant van de boerderij aan het werk. Mijn vriend stelde me trots voor aan mijn nieuwe aankoop. Hij vertelde me heel snel wat ik moest doen. Eerst zei hij: ,,Omdat hij geen koppeling heeft, moet je hem in de tweede versnelling duwen. Zodra de motor over tikt, spring je er op, begrijp je?’’ ,,Push start’’ herhaalde ik, “Spring op er op en dat is het.” ,,Juist!’’
“Kun je het me laten zien?” vroeg ik. ,,Kijk, ik heb mijn eigen brommer om aan te werken’’ zei hij, ,,maar ik weet zeker dat het goed komt’’.
Ik rende ongeveer 30 minuten op en neer langs de achterkant van de boerderij. Die klere brommer trapte gewoon niet in. Opeens tikte de motor over en de bromfiets reed weg. Ik sprong op de motor zoals mij was verteld, maar tot mijn schrik was er binnen enkele seconden geen weg meer want ik bevond mij aan de achterkant van de boerderij langs de fonkelend schone koeienstal. Elke boerenjongen weet wat er naast de koeienstal is. Het is meestal de plaats waar de koeienstront wordt verwerkt met een afval kanaal waar alles naar toe gaat. Mij vriend had mij vergeten te vertellen hoe ik moest stoppen, zonder rem of koppeling. Het was het einde van de weg en Ik ging hoofd eerst het kanaal in midden in de koeienstront; daar kwam ik in terecht. Geen prettige manier om tot stilstand te komen.
Mijn vrienden vonden dit erg grappig. De vriend van wie ik de brommer had gekocht kwam aanrennen en zei met een bezorgde blik op zijn gezicht. ,,Is de brommer oke?”
Ik liep langzaam naar huis met bromfiets in hand, het was de langste korte wandeling die ik ooit heb gelopen. Toen ik thuiskwam, kwam mijn moeder uit de keuken en keek me aan zoals alleen een moeder dat kan, terwijl mijn vader dacht dat dit het grappigste was dat hij in lange tijd had gezien.
Ik zat dus onder de koeienstront en Cornelia Donker die mijn moeder hielp in de keuken was snel aan komen lopen om mij te helpen en na dat de meeste kleren uit waren gooide ze water met zeep over mij heen tot dat zij vond dat ik schoon genoeg was om het huis in te komen en onder de douche te gaan.
Het oogsten was ook een geweldige tijd. Het hooi binnenhalen en een kalf te zien geboren, dat zal ik nooit vergeten. Het gevoel deel uit te maken van de gemeenschap is soms onbeschrijfelijk.
In de Boogbrug begon mijn carrière in de horeca. Toen we opgroeiden, hielpen we mee door de afwas te doen en door te helpen met het onderhoud van het pand. langzaam ging ik verder met helpen met het snijden van groenten en het helpen met tafels dekken enzovoort. Het restaurant was natuurlijk erg ‘boerderijachtig’ en gezinsgericht. Mijn ouders hadden een goed gevoel voor ondernemerschap en marketing en het restaurant stond niet alleen bekend als Pannenkoekenhuis en eetgelegenheid maar ook als museum, kinderboerderij en evenementencentrum. Het had een grote verzameling van oude boerderijspullen en gereedschap.
Mijn vader vertelde me altijd dat het belangrijk was om de aantrekkingskracht te vergroten om succesvol te zijn. Vergeet niet dat dit een restaurant in de middle of nowhere was. Waarom zou iemand een uur rijden voor een maaltijd?
Het was mijn taak voor de dieren te zorgen, Wij hadden eenden, duiven, geiten, konijnen, pauwen, kippen enz. Allerlei kleine dieren om kinderen bezig te houden. Mijn vader en ik bouwden alles zelf, inclusief een eendenvijver, geitenschuur, kippenhok enz. Ik kwam terug van school en mijn vader zei dan: ,,Ik heb je vijf minuten nodig om een paar dingen vast te houden’’. Dat betekende dat we een nieuwe schuur van vijf bij zes meter bouwde en het was nooit vijf minuten maar een paar dagen.
Ik vond het natuurlijk niet leuk en zou liever met mijn vrienden spelen, maar terugkijkend heeft het me veel geholpen in het leven, omdat ik nu kan bouwen wat ik maar wil. Ik vond het ook leuk om voor de dieren te zorgen. De duiven verwelkomden me van enkele kilometers afstand als ik thuiskwam van school en vlogen om me heen. Zelfs de geiten groeiden op mij na een tijdje.
Napoleon
Sales and marketing een horeca bedrijf zat dus wel in de familie. Mijn vader vertelde me het verhaal van opa. Hij had in de twintiger jaren de Posthoorn gekocht in Monnickendam. Monnickendam is erg dicht bij Amsterdam, maar in die tijd kon dit wel op de maan zijn. Dus om mensen uit Amsterdam aan te trekken, bedacht hij dit verhaal.
Op de zolderkamer was hij een klein ijzeren bed tegengekomen. Het was te klein voor een volwassene, maar te groot voor een kind. Het moet dus een kleine volwassene zijn geweest die in dit bed zou hebben geslapen. Wie zou dit kunnen zijn? Nou, Napoleon was kort.
Hij verzon het verhaal dat Napoleon Bonaparte in de Posthoorn sliep toen hij Nederland binnenviel en als men in het restaurant lunchte of dineerde, werd men uitgenodigd om de zolderkamer te bekijken waar Napoleon overnachtte. Volgens mijn vader bracht dit bussen vol met toeristen uit Amsterdam. Ik heb geen idee of dit verhaal waar is, maar het draait allemaal om marketing.
Het restaurant in Wieringerwaard had veel reclame nodig, maar ik hield van de plek. Ik hield zelfs van de dagelijkse twaalf kilometer lange fietstocht naar school in Schagen.
The lady and the tramp
Wieringerwaard had ook veel inwoners die iets speciaal hadden. Iets aparts. Dirk was er zo een. Hij leefde alleen aan de overkant op de Noord-Zijperweg, in het huisje naast de boerderij van Wardenaar. Dirk was gepensioneerd of afgekeurd, had iets met zijn rug maar hielp mijn vader op de boerderij. Hij bleef vaak eten omdat hij helemaal alleen was. Het was een goede gewoonte om hem te vragen om te blijven eten op de meeste dagen als mijn vader hielp met kleine klusjes.
Dirk had ook een moestuintje achter zijn huis en bracht vaak wat zelfgekweekte groenten en fruit mee. Hier leerde ik het verschil tussen verse en gecultiveerde producten. Later als kok heeft mij dat erg geholpen. Dirk was in veel opzichten uniek. Hij kon zich in de meeste situaties staande houden en zelfs als we uit verschillende sociale kringen kwamen, was het op geen enkele manier een probleem. Hij was alleen niet op zijn gemak als er andere mensen bij waren. Dirk voelde zich dan niet op zijn plaats en verontschuldigen hij zich snel.
Dirk was erg handig en wist wat hij moest doen zo rond een boerderij. Hij leerde mij heel veel kleine dingen die het leven wat gemakkelijker maakte, met minder moeite en op een meer natuurlijke manier. Hij had ook geweldige verhalen te vertellen en had veel gedaan in zijn leven. Zo vertelde hij dat hij een wilde hartstochtelijke affaire had met een Spaanse danseres. Dirk een gewone vent en wegwerker. Zij was die mooie Spaanse vrouw met een complete uitstraling; haar haar was strak in een knoop vastgebonden en ze leek een natuurlijke houding te hebben bij elke beweging.
Dirk reed zo vaak als hij kon naar Spanje op een 50cc brommer en kwam terug met exotische verhalen over zijn reizen. 2000 Kilometer op een brommer is nogal wat, maar hij deed het wel. Een jaar lang vertelde Dirk dat zij op bezoek zou komen in Wieringerwaard en dat hij een kamer voor haar nodig had. ,,Wat is er mis met jouw huis’’, vroeg mijn vader dan. ,,Oh nee Boumeester’’ zei Dirk. ,,We zijn niet getrouwd en dat zou niet gepast zijn.”
Wieringerwaard had geen hotel maar alleen maar cafés. Het gebeurde meer dan eens dat mijn kamer de hotelkamer van het dorp werd en bij deze gelegenheid was dit ook het geval. Ze arriveerde in stijl met meer harde koffers dan ik ooit had gezien, ik was de dienstdoende portier en had het genoegen om die koffers naar boven te brengen. Mijn kamer was vrij groot en boven het oude cafégedeelte voordat de boerderij was verbouwd met genoeg ruimte voor een zithoek en een slaapgedeelte.
Ze keek de kamer rond alsof ze had ingecheckt in de Royal suite van het Hilton en maakte goedkeurende gebaren.
Het hele dorp wist dat zij er was en het was alsof iemand van koninklijke bloede logeerde. Vrienden op school vroegen hoe ze was en wat ze at voor ontbijt enz. Ik was dit allemaal niet gewend en heb nooit begrepen waarom mensen zich zo druk maakten over andere mensen. Ik vertelde dat ze grapefruit at voor ontbijt. Dit was niet het geval, ik vond dat om de een of andere reden speciaal klinken. Zelfs meester Hazeloop was nieuwsgierig en vroeg naar haar. Dat was meteen ook de eerste en laatste keer dat hij met mij sprak. Hij was niet zo praterig met zijn leerlingen.
Ze werd in onze bar plechtig ontvangen door de plaatselijke hoogwaardigheden en alle ongelovigen die dachten dat Dirk hen de laatste jaren maar een verhaaltje vertelde. Ze was net zo mooi als Dirk had gezegd.
De sleutel
,,Wat vind jij passend, Boumeester’’, vroeg de burgemeester aan mijn vader. ‘Een sleutel van het dorp kan een aardig gebaar zijn’, zei mijn vader. ,,Geweldig idee kastelein’’, zei de burgemeester, “maar hoe krijgen we zo laat op de dag een sleutel?’’
Mijn vader kwam de keuken binnen rennen en keek naar mijn moeder, en zei met een grote glimlach op zijn gezicht tegen haar: ,,Heb je de grote schuursleutel ergens en kun je er een lintje aan doen?’’
Hij was een man die van dit soort momenten hield en alleen hij kon bedenken om de schuursleutel te gebruiken omdat het toevallig de grootste sleutel was die we hadden. Dit was iets wat alleen mijn vader kon bedenken.
Mijn moeder vond dat ook leuk en dit waren momenten dat zij echt een team waren en plezier hadden in het moment.
,,Hier is de sleutel Burgemeester’’, zei mijn vader.
,,Heel erg bedankt, kunt u mij aan kondigen?’’, vroeg hij. ,,Geen probleem’’, zei mijn vader. De muziek werd uitgezet, mijn vader nam twee glazen en had in twee seconden ieders aandacht. De burgemeester nam het woord en overhandigde haar de schuursleutel en zei dat het een grote eer was om haar in Wieringerwaard te hebben.
Naarmate de avond vorderde, werd de menigte luidruchtiger, alcohol zorgt daar nu eenmaal voor. Iemand wilde dat de grote ster uit Spanje een dans deed. Na wat tijd wilde zij dat wel doen. Dit vormde een klein probleem aangezien de muziek die wij speelde was van Max Bygraves en James Last en op de weekend speelde Willie de Vries op zijn hammondorgel en piano. Dirk redde het moment echter, want hij had enkele Spaanse platen en hij keerde binnen de kortste tijd terug met een paar platen onder zijn arm.
Zij begon eerst in de bar maar voor dat wij het wisten sprong ze op de bar en begon naar hartenlust te tapdansen.
Daar stond ik twaalf jaar oud achter de bar, bier glazen schoon maken terwijl mijn vader bier schonk. Zij danste niet alleen, zo nu en dan kwam een gedeelte van haar jurk los of ook uit. Tot dat ze minder en minder aan had. Iedere keer als er iets uit ging werd ze harder en harder toegejuicht.
Over deze avond werd nog vele jaren gesproken.
Ze was ongeveer een week bij ons en toen de taxi arriveerde om haar naar het vliegveld te brengen, kwamen mensen haar gedag zeggen en wensten haar een veilige terugkeer naar huis. Terwijl de taxi wegreed, zei mijn vader tegen mij: ,,Dit alles voor een Spaanse tafeldanseres. Alleen in Wieringerwaard”. Hij schudde zijn hoofd, maar had een grote glimlach op zijn gezicht.
Kermis
Het andere grote evenement in een plaats als Wieringerwaard was de kermis. Dit was het moment om even los te laten. De plaatselijke band Mocking Birds en Shoreline speelden tegelijk in iedere kroeg. In onze tijd was dat Het Wapen van Wieringerwaard, de Herberg en de Boogbrug. Voor ons was dat de enige week dat wij de plaatselijke bevolking zagen. Tijdens de kermisweek en als er een trouwerij was. Alle andere keren zagen wij alleen mensen van buiten het dorp.
Toen ik ietsje ouder werd vond ik de kermis een vreemd gedoe. Als je aan de andere kant van de bar staat zie je dingen anders en natuurlijk, je bent niet dronken en dat maakt wel een verschil.
Wieringerwaard blijft voor mij een ongelooflijke mooie tijd. Ook een hoop eerste dingen zoals mijn eerst baan, mijn eerste band waar ik in speelde, mijn eerste grote liefde, Karin Bloemen enzovoort.
Wieringerwaard heeft voor mij de basis gelegd die ik nooit heb vergeten. Een plek voor altijd in mijn herinnering.
Joop Boumeester


Wat heb ik genoten van dit verhaal en al Uw herinneringen van Uw jeugd. Ik heb ook heel veel moeten lachen. Een mooie manier om mijn dag te beginnen. Hartelijk bedankt Meneer Boumeester! Ik ben geboren in Abcoude and geëmigreerd naar Amerika toen ik 19 was.