101 Jaar….de oudste Wieringerwaarder ging mee met zijn tijd

 

 

Het internet kende voor Rinus Niesse geen geheimen

 

Het was 28 september 1921. Een  brood kostte 26 cent. Geen eurocenten, maar gewoon de oude guldencenten. Een liter melk kon je kopen voor 22 cent. Onze koningin was Wilhelmina en dochter Juliana was pas 12 jaar oud, een jong meisje nog. De Eerste Wereldoorlog was net drie jaar voorbij. De minister-president was Ruijs-de Beerenbrouck. Wie zegt u? Ruijs watte? En wie was ook weer Harding? Geen flauw idee. Ik zal het maar even vertellen: de president van de Verenigde Staten. Het zal wel. Einstein, in 1921 al een vooraanstaand natuurkundige, wist te vertellen dat het universum gemeten kon worden. En in Huis Doorn maakte Keizer Wilhelm II, gevlucht uit Duitsland, het zich comfortabel. 

Het zal de inwoners van Wieringerwaard worst zijn geweest. Nee, het nieuws was dat timmerman Arie Niesse en zijn vrouw Guurtje, meisjesnaam Raven, een zoon hadden gekregen. Marinus. Zo werd hij gedoopt. Arie en Guurtje noemden hem gewoon Rinus. Marinus heette zijn overgrootvader en daar werd hij naar vernoemd. Zoals het toen hoorde. Het werd hun eerste en enige kind.

Rinus Niesse. Postbesteller en later filiaalhouder van de PTT-vestiging in Wieringerwaard. Aan de Zuid-Zijperweg. Voor zijn jarenlange trouwe dienst werd Rinus koninklijk onderscheiden. De directeur van het postdistrict Haarlem, mr. J.J. van der Goes, kwam hoogst persoonlijk bij Niesse langs om hem de zilveren eremedaille in de orde van Oranje Nassau op te spelden. Die speld had hij misschien niet gekregen als Rinus timmerman was gebleven. Begonnen bij zijn vader’s timmerbedrijf, hetgeen niet meer dan logisch was.

Uiteindelijk ging Rinus Niesse toch wat anders doen. Hij moest ook wel. Het waren slechte tijden eind jaren dertig en het timmerwerk lag niet meer voor het oprapen. Militaire dienst was ook niet aan de orde, want Rinus woog bij de keuring slechts 47 kilo. Een jong, schriel ventje. Ongeschikt, meldde het militieregister. Bij toeval bleek er wel nog werk te zijn bij de posterijen en Rinus Niesse greep, vlak voor het uitbreken van de oorlog, zijn kans. Op 3 april 1940 begon hij bij de PTT als besteller om in 1982 als filiaalhouder te stoppen. Iedere Wieringerwaarder kent en kende hem wel, want een brief of een pakje moest altijd wel worden bezorgd. De zoon van de timmerman die uiteindelijk zijn werkzame leven lang postbesteller en kantoorhouder was bij de PTT.

Rinus Niesse was de oudste inwoner van Wieringerwaard. Zijn oma, Antje Niesse-Brouwer, was in de dertiger jaren van de vorige eeuw de oudste inwoonster van Anna Paulowna. Zij overleed in 1938 op 95-jarige leeftijd. Rinus heeft het dus niet van een vreemd dat hij zo oud kon worden.

Klaaske

In zijn woninkje aan de Paludanusweg stond op de tafel een foto van zijn Klaaske, zijn geliefde waarmee hij op 2 november 1961 in het huwelijk trad. Klaaske is er niet meer. Zij overleed in 2014.  Maar toch bleef zij voor altijd in liefdevolle herinnering in Rinus’ hart alsmede in beeld; de familiefoto’s en de portretten. Als Rinus achter zijn laptop kroop, iwas Klaaske nog altijd heel dichtbij.

Het verhaal van 100 jaar, excuus, 101 jaar Rinus Niesse is in de regionale kranten al verteld. Zoals gebruikelijk als een inwoner 100 jaar wordt en bezoek krijgt van de burgemeester.  Ook in het boek 400 jaar Wieringerwaard is het levensverhaal van de jonge oude Wieringerwaarder uitgebreid beschreven. We ontkomen er niet aan om ook op deze plek toch nog iets over zijn verleden te schrijven, maar het bezoek aan hem maakte ook duidelijk dat Rinus Niesse niet alleen in het verleden bleef hangen.  Oranje, het Nederlands elftal? ,,Die wedstrijd nog gezien? Nederland-België?’’ ,,Maarre, koken doe ik niet meer hoor, de maaltijden worden gebracht en anders komt mijn dochter of schoondochter wel even langs met eten.’’

Rinus was blij met de hulp van zijn kinderen en buren. Die hielden hem in de gaten, want hij mocht dan wel zelfstandig wonen, maar zo goed was  hij ook niet meer ter been.

Rinus Niesse krijgt de koninklijke onderscheiding opgespeld door de directeur van het postdistrict Haarlem. Zijn vrouw Klaaske en zijn moeder Guurtje zijn getuige van dit bijzondere moment.

Het leven van Rinus Niesse kende natuurlijk zijn ups en downs zoals bij iedereen wel het geval is. Alhoewel, wie hem sprak, merkte toch dat de hoogtepunten, de mooie momenten in de meerderheid waren. Niet vreemd natuurlijk, iedereen is geneigd de nare dingen in zijn leven weg te drukken. Ergens verstopt in een paar  grijze hersencelletjes in de archiefkast van de hersenen. Eén van die nare herinneringen van Rinus vond plaats in de jaren veertig, de oorlog. Ook Rinus Niesse werd in Duitsland gedwongen te werk gesteld. Het was de Arbeitseinsatz, zo werd dat in ons landje genoemd.  In 1942 werd hij opgeroepen en Rinus vertrok naar Erfurt, waar hij te werk werd gesteld bij de pakketpost. Hij sprak Franse krijgsgevangenen, raakte ook in gesprek met de gewone Duitser of een landgenoot die ook te werk was gesteld. Allemaal gewone mensen voor wie de oorlog niet hoefde.

Roodvonk

De laatste maanden van de oorlog waren voor Niesse een hel. Hij lag met roodvonk in een ziekenbarak en één sneetje brood per dag was alles dat hij kreeg. Niet zo vreemd dat de jongen van 23 jaar verzwakt raakte. Toen de Wieringerwaarder door de Amerikanen werd bevrijd kon hij eindelijk, vermagerd tot op het bot, weer naar huis. Hij pakte zijn oude werk als postbesteller op, maar na zes maanden was het helemaal over. De TBC-besmetting velde Rinus en hij had zestien maanden nodig om weer volledig te herstellen. ,,veel rust, frisse lucht en goed eten’’, weet hij nog.

De volgende fase in zijn leven brak aan. In 1952 werd hij in augustus aangesteld als besteller bij het hulpkantoor van de PTT in Slootdorp. Van zijn aanstelling werd nog melding gemaakt in de Schager Courant. Zijn vader, Arie Niesse, verkocht in 1955 zijn timmermanszaak en kocht de woning aan de Zuidzijperweg nummer 31. Die woning werd omgebouwd tot postkantoor, waar Rinus kantoorhouder werd. In de tweede helft van de jaren vijftig kwam er een klik met Klaaske Wind, zijn vroegere buurmeisje. Klaaske was getrouwd, woonde met haar man Marius Versluis in Slootdorp en werd triest genoeg al snel weduwe. De klik die na Marius’ overlijden ontstond werd inniger en in de Schager Courant kwam in 1961 de aankondiging van het huwelijk tussen Rinus en Klaaske. Rinus was toen 40, Klaaske zeven jaar jonger. In 1963 op 10 juli, werd hun eerste kind geboren, Arie. In 1966 volgde dochter Helena. Twee kinderen en uiteindelijk vijf kleinkinderen, een prachtig bezit. Rinus had zelf geen broers of zussen, hij was enigst kind. Dit in tegenstelling tot zijn vader; die was één van de negen telgen van grootvader Arij Niesse en grootmoeder Antje Brouwer.

Postkantoor

Het oude postkantoor op de Zuidzijperweg.

Het leven van Rinus ging voort;  zijn werk in het postkantoortje slokte hem helemaal op. ,,Ik begon om zes uur ‘s ochtends en om half acht ’s avonds was ik klaar. In feite was ik alleen zondag na negen uur vrij. Maar we gingen zeker met vakantie. Het is niet zo dat het maar uitsluitend werken was. We konden ook jarenlang de caravan lenen van onze buren van Huize Cora, de familie Charles. Toen ze naar Cuyk vertrokken kochten we een vouwwagen en gingen regelmatig dan ergens in Nederland kamperen.’’

Soms verlangde Rinus in die tijd nog wel eens naar zijn eerste jaren als postbesteller. ,,Ik zat altijd maar  binnen en echt, ik wilde soms wel weer eens buiten aan de slag. Het altijd maar  binnen zitten vond ik niet altijd even prettig’’, bekent Niesse. Hetgeen niet betekende dat hij een soort van kluizenaarsleven leidde. Uiteraard niet. Schaken deed hij graag op de schaakclub. Natuurlijk kwam hij wel eens in één van de cafés, alhoewel daar niet zoveel tijd voor was. ,,Het is toch wel heel jammer dat Wieringerwaard al die winkels en cafés niet meer heeft. Het is een verarming voor het dorp. Er is nu zo weinig, alleen nog de dagwinkel. Vroeger had je de bakkers, slagers, drogisterijtjes, wat eigenlijk niet. Allemaal verdwenen, zonde.’’

In één van de krantenartikels van 2021 vertelde Rinus al dat hij zoveel mogelijk zelfstandig wilde zijn:

,,Anders word je zo afhankelijk van anderen. Dat ben ik nooit geweest. Ik heb altijd hard gewerkt: eerst als timmerman, daarna als postbode en uiteindelijk als filiaalhouder. Mijn dochter haalt wekelijks boodschappen voor me. Ook gaat ze bijvoorbeeld met me naar de audicien. Mijn zoon werkt bij de technische dienst. Als er iets in huis kapot is, maakt hij het voor me.’’

Rinus Niesse woonde jaren aan de Paludanusweg. Jarenlang verzorgde hij in het huisje ook zijn zieke Klaaske, tot haar overlijden in 2014. ,,Zij was al vele jaren heel ziek en je kunt rustig zeggen dat ik tot mijn 92e voor haar ook de mantelverzorger was. Maar zoiets doe je gewoon met liefde. Het was geen opgave. Toch?’’ Zo is het, Rinus. De liefde en hulp die je kreeg van familie en buren verdiende je ten volle.

Bronnen:

Rinus Niesse – het interview 4 okt 2022

Schager Courant (vanaf 1921 t/m 2021)

Het boek Wieringerwaard 400 jaar

Knipselarchief fam. Huijbers

 

 

 

2 reacties:

  1. Wat heerlijk om dit te lezen. Mijn moeder nam het stokje over in 1982 op het postkantoor. Meneer Niesse woonde daar toen nog. Als kind van 7 zag ik hem daar regelmatig. Hele lieve mensen. In 1991 ging het postkantoor helemaal dicht. Daar is ooit een stukje van in de krant gekomen. Helaas heb ik dat zelf niet. Weet u misschien waar ik dat zou kunnen vinden?

  2. Leuke reactie Angela! Het logische antwoord op jouw vraag is: de Schager Courant van 1991. De enige optie is het Regionaal Archief in Alkmaar. Die is in bezit van het krantenarchief van het Noordhollands Dagblad, inclusief die van de Schager Courant. Wie weet heeft iemand in Wieringerwaard nog een krantenknipsel van die dag…Hopelijk meldt die zich nog! Of misschien de Polderbode van weleer. Dat zou ook nog kunnen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Nieuwsbrief