Koningin Wilhelmina biedt troost in Wieringerwaard
Een overstroming met grote gevolgen
De Oostpolder is overstroomd. Ook café van Keuris bij de molen wordt getroffen.
Oudere Wieringerwaarders kunnen zich misschien nog het bezoek herinneren van koningin Juliana aan Wieringerwaard. Het was in 1969. Leo Hartman, de burgemeester, ontving de vorstin, de Wieringerwaardse dansgroep gaf een korte voorstelling en Juliana nuttigde de lunch in het Polderhuis. Maar koningin Juliana was niet de eerste vorstin die Wieringerwaard met een bezoek vereerde. Ook haar moeder was eens in het polderdorp. In 1916, toen zij in het café van Boon, het Wapen van Wieringerwaard, uitvoerig sprak met de ontheemde boerengezinnen uit de Oostpolder. Het was het jaar van de Zuiderzeeramp, een bijna vergeten catastrofe met verstrekkende gevolgen….
De Watersnoodramp van 1953 was een gebeurtenis die zoveel impact had, dat je geneigd bent andere rampen die Nederland in de afgelopen 200 jaar teisterden te vergeten. Natuurlijk, Nederland werd in 1953 met de neus op de feiten gedrukt. Nooit meer een dergelijke ramp, daar was iedereen het over eens. De Deltawerken werden vervolgens als het achtste wereldwonder gepresenteerd.
Maar 37 jaar eerder, in januari 1916 was ons land reeds geconfronteerd met het gegeven dat de dijken lang niet altijd meer betrouwbaar waren. Was in 1953 Zeeland de ondergelopen provincie, in 1916 waren het de polders rond de Zuiderzee, en dan met name in Noord-Holland de getroffen delen. De noordwesterstorm op 13 en 14 januari had het water in de Zuiderzee zo opgestuwd, dat veel dijkdelen het begaven.
Ook die in de kop van Noord-Holland. De Amsteldijk ten oosten van de Ewijcksluis begaf het deels over een lengte van 150 meter. De Oostpolder bij Anna Paulowna stroomde onder en het zeewater kwam uiteindelijk tot stilstand tegen de Noorddijk van de Wieringerwaarder polder en in de westpolder tegen de verhoging van de spoorbaan. Een ramp die uiteindelijk ertoe leidde dat de Zuiderzee afgesloten werd, Wieringen geen eiland meer was en de Wieringermeer het nieuwe land, oostelijk van Wieringerwaard werd.
De grote watersnoodramp bracht ook de polder van Wieringerwaard in groot gevaar. Het zeewater bereikte bijna de molen De Hoop bij de Driemolens, maar de Noorddijk hield stand. Ook de dijk van Nieuwesluis bleef overeind. Je zou het haast een godswonder noemen.
De ramp is een wezenlijk onderdeel geworden van de geschiedenis van de Noordkop, beschermd door stevige dijken, die het deels nieuwe land omringen. Eb en vloed hebben geen invloed meer op het water, dat eens de Zuiderzee heette en door de Afsluitdijk een afgesloten meer is geworden: het IJsselmeer.
Noordwester storm
We gaan terug naar die nacht van 13 en 14 januari. De wind was al dagen behoorlijk stevig; het waterpeil in de Zuiderzee was gestegen tot 30-70 cm boven het gemiddelde niveau. Het zeewater daalde tijdens eb nauwelijks meer. Toen de wind vervolgens draaide naar het noordwesten en al meer aanwakkerde tot stormkracht, kregen de dijken rond de Zuiderzee het steeds zwaarder te verduren.
De waterstand steeg tot recordhoogtes en vanaf vijf uur in de ochtend van de 14e januari begonnen dijken te begeven. Niet een paar, nee. op tientallen plekken rond de Zuiderzee hielden de dijken het niet meer en delen stortten in. Waterland kwam onder water te staan. In de Noordkop hield de Amsteldijk evenmin stand. Binnen een mum van tijd stroomde het water door de ingestorte dijkvlakken de Oostpolder in. Voordat de boeren wisten wat hen overkwam, was hun land al overstroomd en kwam het water in de boerderijen steeds hoger te staan.
De Schager Courant gaf een treffend beeld van de ramp in de Oostpolder bij Anna Paulowna:
,,Het was een droevige aanblik de boomen en huizen in hun eenzaamheid boven de watervlakte te zien steken. Hier dreef een stuk van een hok, een kar of eenig vaatwerk. Ginds zag men hoopen wier, hooi en stro. De geheele bevolking van dit deel, een 700 zielen, had zich kunnen redden. Met het vee was het anders gesteld. Het grootste deel van den veestapel, ruim duizend koeien, is evenwel verloren gegaan. Ook een groot aantal paarden verdronk. Van den heer Kaan ging op een boerderij een veestapel van 45 stuks verloren. Het water stond bij veel boerderijen tot bijna de dakgoot. ‘’
Achteraf bleek, dat er wel degelijk slachtoffers waren: twee personen overleefden de ramp niet. Ook was het grootste deel van de veestapel gered. De overstromingen in de gebieden leidden in geheel Noord-Holland tot uiteindelijk 21 slachtoffers. Op zee vielen 32 doden te betreuren.
De Schager Courant in de dagen na de storm:
Koningin Wilhelmina
De hulp kwam al snel op gang. Honderden militairen en burgers schoten te hulp en met man en macht werden de dijken weer provisorisch gedicht. Hulpacties werden opgezet, inzamelingen gehouden en koningin Wilhelmina stelde zich persoonlijk op de hoogte van het leed dat de stormvloed had veroorzaakt. Op 19 januari bracht zij een bezoek aan de Van Ewijcksluis (met een stoombarkas), Oudesluis waar polderbewoners werden opgevangen en Anna Paulowna.
De koningin kwam ook in Wieringerwaard. Zij reed in een auto met haar gevolg van Oudesluis naar Wieringerwaard, waar zij het café van de familie Boon (Het ‘Wapen’) bezocht waar veel vluchtelingen uit de Oostpolder waren opgevangen.
Koningin Wilhelmina onderhield zich met de gevluchte polderbewoners en sprak woorden van troost. Buiten stonden veel dorpelingen toe te kijken naar het hoge bezoek. De vorstin was gekleed in een warme bontmantel en op haar hoofd een kap, zo werd zij in diverse dagbladen beschreven. Burgemeester Wijdenes Spaans van Anna Paulowna en Koster van Wieringerwaard waren bij het bezoek aanwezig. Na Wieringerwaard reed Wilhelmina met haar gevolg naar de Kreil, en verder via Barsingerhorn naar Schagerbrug.
Ook op andere locaties in Wieringerwaard werden de ontheemde polderbewoners opgevangen. Zoals in de Hervormde Kerk, maar ook bij particulieren. Geredde koeien en paarden kregen ook ‘onderdak’ bij de Wieringerwaardse boeren, zoals bij de familie Blaauboer aan de Zuid-Zijperweg.
De schade aan de boerderijen en werkmanshuisjes was enorm. Zo waren drie van de vijf werkmanshuisjes langs de Kerkweg bij de Molen en het café van Keuris volledig vernield. Het café zelf was ook grotendeels een bouwval geworden. Alleen het dak stond nog enigszins recht.
Op 6 mei 1916, drie dagen na een tweede bezoek van de koningin, was uiteindelijk de gehele Oostpolder weer droog. In de loop van de zomer kwamen de boeren en hun vee weer terug en geleidelijk aan werd het leven weer opgepakt. De Noord- en Oostdijk werden in 1918 met een meter verhoogd, van drie naar vier meter. Een gedenksteen na de dijkverzwaring werd gemetseld in een huis aan de Nieuwesluis.
De gevolgen van de watersnoodramp waren verstrekkend. Ir Lely had al in de 19e eeuw, in 1891, een plan klaar liggen voor de afsluiting van de Zuiderzee. Na de ramp drong de president van de Nederlandse Bank, Gerard Vissering, aan op snelle uitvoering van het plan. In 1918 loodste Lely uiteindelijk de Zuiderzeewet door de Tweede Kamer.
Deze ‘raamwet’ bepaalde dat voor rekening van de staat de Zuiderzee zou worden afgesloten en een afsluitdijk, lopende van de Noord-Hollandse kust door het Amsteldiep naar Wieringen en van dit eiland naar de Friese kust zou worden aangelegd. Gedeelten van de Zuiderzee zouden vervolgens worden ingepolderd, te beginnen met een deel dat uiteindelijk de Wieringermeer zou zijn. Met de uitvoering van de Wieringermeer werd al eerder begonnen, door de grote behoefte aan nieuw landbouwgrond. In 1930 werd het gebied drooggelegd. Vanaf 1934 werd het land in gebruik genomen.
Bronnen:
NH Archief
Schager Courant
Wikipedia
Jan T. Bremer: Pauwenstad in Beeld
www.wieringermeer.nl/geschiedenis-wieringermeer/
www.wieringernieuws.nl
Het filmmuseum in Amsterdam heeft onderstaande beelden uit 1916 online staan. Voor een impressie klik op onderstaande beeld.
.