De geschiedenis van een ‘patriciërs’ familie
Hij was geen echte Wieringerwaarder, kwam van ver, maar was van onschatbare waarde voor de polder. Zoon van een grondbezitter en drogist in Zutphen, de oudere broer van een bekende Nederlandse medicus en auteur en opgeleid op de Landhuishoudkundige school in Groningen, later bekend als de Landbouwhogeschool. Johannes Ludovicus Theodorus Groneman. Twintig jaar dijkgraaf, hoofdingeland, bestuurder en kunstliefhebber. En Officier in de Orde van Oranje Nassau.
We moeten voor de geschiedenis van deze bijzondere man terug gaan naar de 19e eeuw en de eerste 13 jaar van de 20e eeuw. Geboren in 1831, overleden in 1913, begraven op de begraafplaats van Wieringerwaard. Met de naam Groneman is ook de bekende boerderij Groenhoven aan de Barsingerweg verbonden. Daar speelde later zijn zoon Florens een grote rol in de ontwikkeling van de veeteelt en vooral….de melkproductie.
Johan Groneman was de zoon van Johannes Casparus Theodorus Groneman, geboren in 1798, van beroep landeigenaar en Florentia Adriana Francina de Bruin. We noemen maar even de volledige namen, want hoe ze werden aangesproken door hun naasten is niet echt bekend. De voornamen laten in ieder geval zien dat de familie welgesteld moet zijn geweest.
De aankondiging van Johan’s geboorte werd in veel kranten aangekondigd:
Heden verloste voorspoedig van eenen welgeschapen Zoon, F.A.F. de Bruin, echtgenoote van J.C.T. Groneman, Zutphen, den 24sten Maart 1831.
Patriciërsfamilie
Dat maakt ook duidelijk dat de familie Groneman niet zo maar een familie is, maar zeer zeker een patriciërsfamilie. Welgesteld, ontwikkeld, kunstminnend. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de jonge Groneman reeds op 13-jarige leeftijd als violist ging meespelen in het orkest van Zutphen. Johannes volgde drie jaar het Gymnasium en ging vervolgens in de winterperiode naar de Landhuishoudkundige school in Groningen, de enige van zijn soort in Nederland.
Hij wilde boer worden. In de zomer bracht hij zijn opgedane kennis in de praktijk. Hij trad vervolgens in dienst van Johannes Kerkhoven, aandeelhouder van de NV tot ontginning van cultuur en landbouwgronden in de nieuwe polder van Anna Paulowna. Nu wordt ook duidelijk hoe Johan Groneman in de Noordkop verzeild raakte. Hij werd aangesteld als opzichter-rentmeester over de gronden van de NV in de Anna Paulownapolder. Na het opheffen van de NV in 1958 (te weinig opbrengsten) bleef Groneman in de polder werken.
Alles veranderde, toen Johan verliefd werd op Neeltje Schenk. Zij trouwden uiteindelijk op 30 april 1865, waarna zij op 1 mei 1865 hun intrek namen in de boerderij Groenhoven aan de Barsingerweg in de polder van Wieringerwaard. Een stolpboerderij die door Neeltje en haar ouders werd ingebracht in het huwelijk.
De bruiloft is uitgebreid beschreven in een brief van Johan’s vader aan Johan’s broer Hendrik Jan, die de bruiloft niet kon bijwonen. Deze brief is altijd bewaard gebleven en is nu online terug te vinden. Althans, de herschreven brief door Anna Groneman, die de boerderij Groenhoven na het overlijden van haar oom Florens, de zoon van Johan Groneman, bestierde.
Zij herschreef de originele brief tot leesbare tekst; een kopie van het afschrift wordt bewaard in de bibliotheek van de universiteit Leiden. Die brief is een samenvatting van de brieven van Johan’s vader aan zijn vrouw Florentina, die de bruiloft niet bijwoonde. Zij was toen al blind en haar gezondheid was broos. Wel vergezelden zijn broer Goswin en zussen Christina en Anna hun vader naar de lange reis vanuit Zutphen naar Wieringerwaard.
Zo valt in de brief te lezen hoe vader Groneman na een kort verblijf in Amsterdam met zijn drie kinderen uiteindelijk per boot in ’t Zand aankwam en met koets werd opgehaald en ontvangen op Huize Bouwlust, het nieuwe domein van Arie Schenk en zijn vrouw Maartje Geel, de ouders van Neeltje, de aanstaande bruid. Het gele vocht werd niet echt op prijs gesteld, wel de glaasjes Madeira.
De ontvangst was hartelijk en voordat het huwelijk van Johan en Neeltje plaatsvond, werd nog een bezoek gebracht aan Hoorn. Het trouwfeest was groots. Met zeven rijtuigen vertrok het gezelschap naar het gemeentehuis, waar het huwelijk werd voltrokken en het feest in Schagerbrug dat tot in de late uurtjes duurde was een groot succes.
Bestuurder
Groneman was vooral een bestuurder, een man die welbespraakt was en goed kon organiseren. Het was niet zo vreemd dat hij al spoedig hoofdingeland werd en uiteindelijk in 1891 dijkgraaf, een functie die hij twintig jaar vervulde. De langste bestuursperiode was wel zijn lidmaatschap van de gemeenteraad van Wieringerwaard. Van 1871 tot en met 1911, een periode van 40 jaar.
Johan Groneman was medeoprichter van de landbouwvereniging Noorderkwartier en voorzitter van de afdeling Noord-Holland van het rundveestamboek. Hij vervulde tal van andere functies en Joost mag weten hoe hij al die functies had kunnen
uitoefenen. En dan vergeten we bijna nog zijn voorzitterschap van het comité tramplan Wieringen-Schagen. Het is niet zo vreemd dat Johannes Groneman uiteindelijk werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Muziek
Het meest opvallende uit zijn levensgeschiedenis: hij trad op in culturele manifestaties in onder andere Schagen. Dit geeft een goed beeld van zijn veelzijdigheid. Lezingen, muziek met medewerking van onder andere zijn zus, hij deed het allemaal naast zijn pionierswerk op het gebied van melkvee. Thuis, op de boerderij, musiceerde hij vaak met zijn kinderen.
Johan Groneman was ook lid van de Wieringerwaarder Rederijkerskamer Philotechnie. Johan blonk ook uit als acteur, zo bleek wel uit diverse recensies in de Schager Courant. En uit die recensies bleek ook wel dat
de Wieringerwaarders goede voorstellingen konden leveren. En ja, ook hier was Groneman de voorzitter en de bezielende leider…..
Melk
Groneman dacht na hoe hij de melkproductie van zijn vee kon verhogen. Meten is weten, wordt vaak gezegd en Groneman paste dat principe al in de 19e eeuw toe. Dat niet alleen, hij had in zijn zoon Florens een man die net zo dacht als zijn vader.
Er wordt wel eens gezegd dat 1897 een belangrijk jaar was in de geschiedenis van de Gronemannen. Waarom? Zoon Florens vond in Schagen een stier die in alle opzichten voldeed aan de eisen van vader en zoon Groneman. Met een beetje geluk kon Florens de stier, die de naam Frans kreeg, toch in handen voor het bedrag van 107,50 gulden. In die tijd een fors bedrag. Maar het duurde niet lang of deze Frans was het veelvoudige waard. Die Frans zorgde ervoor dat het vetgehalte van de koeien op het bedrijf met een half procent werd verhoogd.
Vader Groneman hield alles bij. Met schetsen, productie in cijfers vertalen en al vroeg ook foto’s maken, van elke koe. Johannes Ludovicus Groneman overleed uiteindelijk in 1913, maar zijn zoon Florens zette het werk van zijn vader voort en werd een zeer hoog gewaardeerde fokker. Florens is een verhaal apart waard en dat volgt uiteraard nog.
Na het overlijden van Florens, in 1958, nam de dochter van Johan Groneman’s zoon Arie Dirk, Anna, het bedrijf over. Tot 1971. Toen werd de boerderij verkocht.
Bronnen:
Schager Courant, diverse jaargangen.
Volkert Nobel: Verdwenen water, gewonnen melk (1960).
Zenobie van Lennep: Een reis van Zutphen naar de Wieringerwaard in 1865. Brief van Johan Casparus Groneman aan zijn zoon Hendrik.