In dankbare herinnering aan verleende gastvrijheid….

 

 

10 en 11 mei 1940: Wieringerwaard opent deuren voor honderden evacués

 

Het lijkt maar een gewone, bruine houten bank, daar tegen de muur in het Polderhuis. Een geschenk van de gemeente Scherpenzeel aan Wieringerwaard. Het is de inscriptie op de rugleuning die echter de aandacht trekt. ‘’In dankbare herinnering aan de verleende gastvrijheid tijdens de meidagen van 1940 – Scherpenzeel”. Een stukje geschiedenis van Wieringerwaard dat je bijna zou vergeten. Bijna. We gaan even terug naar die tijd. De inval van de Duitsers en de evacuatie van de inwoners van onder andere Scherpenzeel en Woudenberg naar de Noordkop. En dus ook naar Wieringerwaard.

 

De plannen voor evacuatie van de inwoners uit de plaatsen Scherpenzeel, Woudenberg, Renswoude en al die andere gemeenten bij en in de buurt van de Grebbeberg werden in 1939 al besproken. Want wat als een eventuele opmars van Duitsers bij een inval in Nederland bij de Grebbelinie niet kon worden gestuit? Bloemendaal en Zandvoort werden eerst als opvanggebied genoemd. In februari 1940 besloot de militaire leiding dat de bevolking van de genoemde plaatsen in geval van nood naar gebieden in de kop van Noord-Holland moest worden overgebracht: Winkel,  Wieringerwaard, Oudorp, Barsingerhorn en Wieringermeer. In totaal ging het om 6000 burgers, van wie 780 in Wieringerwaard een plek moesten krijgen. Die 6000 waren nog maar een klein deel van de vele tienduizenden die moesten worden geëvacueerd uit het strijdgebied.

Evacuatie

De bevolking van de Grebbelinie-dorpen werden vooraf, in maart, ingelicht wat bij een inval van Duitsers zou gebeuren. Wat gevreesd werd, kwam ook uit. Het militair gezag beval op vrijdag de 10e direct de evacuatie van de duizenden dorpelingen uit de genoemde plaatsen. De evacuatie vond op de 10e en 11e mei plaats. Met de trein vanuit het station Woudenberg-Scherpenzeel werden de evacués vervoerd naar de stations van Alkmaar en Schagen. De burgemeesters van de dorpen in Noord-Holland waren uiteraard vooraf geïnformeerd en hadden commissies ingesteld om alles in goede banen te leiden.

 

De vluchtelingen werden met bussen vervoerd naar de honderden boerderijen in de Noordkop. Maar er was ook een complicatie. In de middag van de 10e mei kwamen ook nog eens 3000 Nederlandse militairen in de Wieringermeer aan. Zij hadden zich hals over kop na gevechten in Friesland en Groningen teruggetrokken over de Afsluitdijk naar de Kop van Noord-Holland. Zij hadden geen keus door de overmacht van de Duitse troepen. In Wieringerwaard werd in bijna alle woningen waar maar enige ruimte was, de geëvacueerde burgers en de militairen ondergebracht.

Bart Roest, voorganger in Scherpenzeel, kwam ook in Wieringerwaard terecht, waar hij direct op zondag eerste pinksterdag in de kerk de dienst mocht leiden. Een dienst die door talloze evacués werd bijgewoond. De Hervormde Kerkenraad was verbaasd over de enorme opkomst, die in feite wel begrijpelijk was gezien de ellende waarmee de Scherpenzelers te maken kregen.

Persoonlijke herinneringen

Job van der Hoef uit Scherpenzeel beschreef jaren geleden eens zijn belevenissen in die eerste oorlogsdagen. Boer Job moest eerst, terwijl zijn zwangere vrouw met honderden anderen in de trein stapten, zijn koeien veilig stellen. Enkele dagen daarna onderenam hij met enkele anderen op de fiets (!), want ander vervoer was niet meer beschikbaar, de lange tocht naar Wieringerwaard:

,, Onderweg kreeg ik een lekke band, gauw even oppompen – de anderen fietsten inmiddels door – ze weer proberen in te halen, stukje meerijden, weer band oppompen enz., enz. Dat was niet te doen en ik zei: ”Laten we even rusten dan kan ik hem plakken”. Zo gezegd, zo gedaan. Om ongeveer één uur kwamen we in Winkel aan. Daar zag ik buurvrouw Van Kampen lopen en we hoorden dat hier een deel van de gezinnen uit Scherpenzeel was. Het andere deel was in Wieringerwaard, nog weer 11 kilometer verder! De spurt erin, maar aangekomen in Wieringerwaard zag ik al gauw mijn vrouw lopen met mevrouw Vlastuin. Dat was een heel gelukkig weerzien. Zij waren daar bij een boer met een huishoudster, ik mocht wel blijven, maar er was voor mij geen bed, ik sliep op een oude tafel in de koestal, de stal was in deze tijd van het jaar toch leeg. Dat was woensdag 15 mei 1940.’’

,,Ons groepje met de fietstocht naar Wieringerwaard bestond uit Helmert van Wessel  van Oosteinde, Gaart Donselaar van Groot Orel, Geurt van Kampen, Peet Grootheest en ondergetekende van Gooswilligen.  Ik ben nu nog de enige die er nog wat van vertellen kan. En zo kan het nageslacht nog eens nalezen wat er in die Meidagen van 1940 is gebeurd en hoeft het niet in het vergeetboek te geraken.’’

Aldus boer Job van der Hoef in een zelf geschreven verhaal in 1999 op verzoek van de vereniging Oud Scherpenzeel. De mensen uit de plaatsen in de Grebbelinie keerden twee of drie weken later weer terug naar hun woningen, indien zij tenminste niet waren verwoest als gevolg van de strijd om de Grebbelinie.

De verwoestingen in het gebied bij en rond de Grebbeberg.

 

Bronnen:

Website Oud-Scherpenzeel

Website Oud-Woudenberg

Schager Courant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 reacties:

  1. Mijn opa en oma hadden de familie Valkenburg uit Scherpenzeel in huis als evacuées. Ze hebben na de oorlog hun hele verdere leven contact gehouden en elkaar over en weer nog bezocht. Zo leuk!

    • Meindert Brugman

      Marian ik hoorde vandaag van mijn vader (net 97 geworden) dat er ook mensen uit Scherpenzeel bij hun verbleven. Was tot nu nooit over gesproken. Waar woonden je opa en oma toen?

    • Piet Valkenburg

      Hoi Marian,
      Weet je toevallig welke familie Valkenburg dat was?
      (voornamen bijvoorbeeld).
      Er zijn nl nogal wat familie Valkenburg in Scherpenzeel 🙂
      Met vr.groet,
      Piet Valkenburg

  2. Mijn ouders (Willem Jansen van 1910 en Dirkje van Ginkel van 1921, toen in mei 1940 nog niet getrouwd) woonden in Scherpenzeel, waren geëvacueerd in Barsingerhorn. Heb nooit verhalen gehoord daarover. Wel dat ze hals over kop moesten vertrekken vanaf station De Klomp bij Veenendaal. Echter vandaar ging geen trein en moest men lopend naar station Woudenberg-Scherpenzeel. Bij terugkomst waren er veel vernielingen op het dorp.
    Ben zelf nog eens in Winkel wezen kijken maar nooit iets gevonden uit die tijd.

    Groet
    Cees Jansen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  • Nieuwsbrief