Een korte geschiedenis van het edele damspel in de polder
In de verhalen over Wieringerwaard hebben we het nog niet gehad over het dammen. Dammen? Ja, dammen. Dat spel met die damstenen op een bord met 100 vakken. Tien bij tien. Twintig ronde damstenen per speler. De één zwart, de ander wit. Als je een dam haalt, mag je lekker uithalen over diagonale lijnen. Kent u ze nog? De wereldkampioenen van weleer? Piet Roozenburg, Ton Sijbrands, Harm Wiersma, Jannes van der Wal. Wereldkampioenen uit een niet al te ver verleden. Wieringerwaard heeft geen topdammers voortgebracht. Dat is ook lastig als je wel een schaakclub hebt, maar een damclub bijna nooit in het polderdorp heeft bestaan. Bijna nooit.
Dus was er wel eens een damclub in Wieringerwaard? Echt wel, alhoewel we dan heel ver terug in het verleden moeten gaan. En die ene damclub was ook nog maar een kort leven beschoren. Het Wapen van Wieringerwaard heeft wel degelijk dammers in huis gehad. Rezelman, Waiboer, Kaan, echt namen uit deze streek, waren lid van de Wieringerwaarder Damclub. Inmiddels meer dan 110 jaar geleden. 1912.
Het begin
Maar laten we bij het begin beginnen. Het jaar 1878. Een kleine advertentie in de landelijke dagbladen, waaronder de Nieuws van den Dag: de aankondiging van een grote damwedstrijd in Wieringerwaard op 24 april, in het bekende Wapen, waar Heijnsz de scepter zwaaide. Er kwamen 21 deelnemers uit vooral de provincie naar het dorp en daaronder ook de toen al bekende Klaas de Heer, zoon van de in damkringen legendarische Aris de Heer uit Middenbeemster.
Aris de Heer was in zijn tijd de beste dammer van Nederland en misschien wel van de hele wereld. Zijn zoon was ook niet de minste. Klaas, boer uit Schermerhorn, werd in 1886 zelfs derde bij het WK dammen. Een goeie dus. Klaas won en Wieringerwaard was in het nieuws. Het Wapen werd goed bezocht, maar een vervolg? Die bleef uit. Niet zo vreemd, want er moest worden gewerkt met de handen. Elke dag, behalve op zondag, als de kerk moest worden bezocht en de lieve Heer in het gebed werd gevraagd om een geslaagde oogst. Er bleef niet zoveel tijd over om achter het dambord je hoofd te buigen over welke volgende zet je moest doen voor een succesvol verloop van de dampartij.
Damclub
Het volgende grote damevenement in Wieringerwaard vond in 1906 plaats. Jack de Haas, diamantslijper uit Amsterdam, maar ook een groot damspeler – viervoudig Nederlands kampioen – wilde wel een dam simultaanseance geven in het Wapen van de weduwe Boon. Veel publiciteit was er niet aan gegeven, maar de belangstelling was groot, zo meldde de verslaggever van de Schager Courant. Het succes van die avond leidde tot de oprichting van de Wieringerwaarder Damclub met H. Koster als eerste voorzitter. Direct op die avond gaven 15 spelers zich op als lid. En binnen de kortste keren telde de vereniging 20 enthousiaste dammers.
Hoe de avond verliep werd uitvoerig beschreven in de Schager Courant. We lezen onder andere het volgende:
,,Een eigenaardig gezicht zoo’n gemeenschappelijke dampartij. Hier waren achttien tafeltjes in 2 rijen naast elkaar met een flink tusschenpad voor den heer De Haas en achter een tafeltje een dammer voor zijn dambord met de in orde geplaatste stukken. ’t Spelen begon. Ernstige gezichten eerst van de spelers, ook van den meester die achtereenvolgens van nummer 1 tot nummer 18 ging om te zien wat te schoven (en dat moest dadelijk gebeuren als hij aangekomen was). Dan beantwoordde hij den zet meestal dadelijk en schijnbaar met een zekere achteloosheid.’’
Voor de toeschouwers werd het pas leuk toen Jack de Haas lopend langs de tafeltjes achteloos enkele stenen sloeg. ,,Toen mocht de stille ernst verbroken worden ten minste bij het kijkend publiek dat zijn schik in lachen uitte. De meeste spelers echter schenen meer ’t idee te hebben dat dit no 1 was en dat no 2 — en wie hunner zou dat wezen ? — spoedig aan de beurt zou zijn. En ’t was waar: no 2 kwam spoedig en no 3 ook. „Ja als ze dien dommen zet ook maar niet gedaan hadden!”
Dat Jack de Haas goed was, bewees het eindresultaat. Zestien tegenstanders delfden het onderspit. Behalve Jan Rezelman, die sleepte er een remise uit. En Piet Kistemaker uit de Waardpolder wist zelfs zijn partij te winnen. De grootste winst was de oprichting van de damclub. Vijftien leden sloten zich aan, later groeide het ledental tot twintig. De Wieringerwaarder Damclub was ontstaan.
Wat verder gebeurde met de kersverse Damclub halen we uit de Schager Courant. Diverse damontmoetingen met andere verenigingen werden gehouden in de jaren die volgden op het oprichtingsjaar. Maar die berichten waren slechts sporadisch. De laatste vermelding dateert uit 1913, waar de clubnaam was veranderd in Damclub Wieringerwaard. Daarna verdween de vereniging uit beeld. Opgeheven? Geen belangstelling meer? De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog? De watersnoodramp van 1916? Wie zal het zeggen. Er waren waarschijnlijk belangrijkere zaken voor de Wieringerwaarders.
Bronnen:
Jan de Ruiter Amersfoort
Schager Courant 1906
Nieuws van den Dag 1878



